Voor de mensen die nog niet helemaal op de hoogte zijn van de termen omtrent CSI Houten, proberen we hier het een en ander duidelijk te maken.

CSI staat voor ‘Concours de Saut International’ en het aantal sterren verwijst naar de hoogtes van de parcoursen en het prijzengeld dat verdeeld wordt onder de prijswinnaars. De deelnemers die aan start komen kunnen uit alle landen van de wereld komen. De hoogtes die in het programma zijn aangegeven, zijn de hoogtes waar over heen gesprongen word. Zo staat 1.15 voor 1 meter en 15 centimeter en zal de Grote prijs van Houten verreden worden over 1 meter en 45 centimeter. Een aardige hoogte dus.

Springen (ook wel jumpingspringconcours of concours hippique) is een discipline van de paardensport, waarbij de combinatie (ruiter en paard) een hindernisparcours dient af te leggen binnen een bepaalde tijd.

Springwedstrijden kunnen zowel binnen als buiten plaatsvinden. Het parcours, dat wil zeggen de weg die de combinatie moet afleggen, is voorzien van hindernissen waarvan de vorm, de hoogte, de breedte en de onderlinge afstand verschillen. Het aantal hindernissen kan variëren en hangt af van de soort wedstrijd. Omdat verschillende sprongen tot één hindernis gecombineerd kunnen worden, ligt het aantal hindernissen meestal lager dan het aantal sprongen. De waardering geschiedt door middel van strafpunten, die toegekend worden bij tijdsoverschrijding en springfouten.

Strafpunten

  • Als er een element van de hindernis bij de sprong afvalt, kost dit vier strafpunten – behalve bij iedere balk die niet de bovenste is.
  • Een weigering van het paard (oftewel het kruisen van de gereden lijn) kost vier strafpunten en de hindernis moet opnieuw genomen worden. Wanneer men B of L start, volgt bij de derde weigering uitsluiting en moet de combinatie het parcours verlaten. In de M en hoger is dit al na twee weigeringen.·
  • Een of beide hoeven in het water van de sloot, of een landing op het witte lint, geeft vier strafpunten.
  • Verzet van het paard (steigeren, achteruit lopen of langer dan twee seconden stilstaan) wordt bestraft als een weigering.
  • Valt het paard of de ruiter, dan volgt uitsluiting.
  • Bij tijdsoverschrijding van de (vooraf vastgestelde) toegestane tijd levert iedere 2,5 seconde die men te laat is één strafpunt op.

Als een paard weigert om over een hindernis te springen noemt men dit een weigering. Voor een weigering krijgt de combinatie vier strafpunten. Vroeger kreeg men drie strafpunten. Dit werd door het IOC veranderd. Na twee weigeringen wordt de combinatie uitgesloten. Paard en ruiter mogen het parcours dan niet afmaken. Er staat geen beperking op het aantal balken dat afgeworpen wordt. Voor elke hindernis waarvan een of meer balken afgeworpen wordt, krijgt de combinatie vier strafpunten.

De combinatie kan ook strafpunten krijgen wegens tijdsoverschrijding. Paard en ruiter hebben dan het parcours te langzaam afgelegd. Het parcours moet binnen een bepaalde tijd worden afgelegd. Voor elke (aangevangen) seconde waarmee de combinatie die tijd overschrijdt wordt één strafpunt toegekend. Als de combinatie er langer over doet dan het dubbele van de toegestane tijd, wordt de combinatie uitgesloten.